magda-en-luc-in-myanmar.reismee.nl

Terug naar Yangon

Stipt op tijd vertrekt onze vlucht naar Yangon. We vliegen met KBZ, een maatschappij die ook aan bankieren doet. Het propellertoestel is blijkbaar een Italiaans afdankertje, te zien aan de taal van de veiligheidsinstructies.

We verliezen geen tijd en trekken eerst naar een dubieuze attractie: de witte olifanten. Het zijn albino’s die zo weinig voorkomen dat ze als geluksbrengers beschouwd worden en aan een tempel verbonden zijn. Ze moeten ook opdraven in optochten en processies. De dieren hebben weinig bewegingsruimte, ze zitten vast aan een korte ketting en maken dwangmatig kleine passen zover als hun ketting het toelaat.

Na een vlugge lunch nemen we de stadsbus naar de haven, we willen met de ferryboot naar de overkant van de Yangon rivier. Opvallend hoe de Chinese merken vertegenwoordigd zijn in het stadsbeeld. De bussen en veel vrachtwagens zijn Higers. Transportmateriaal en steekpenningen voor de generaals in ruil voor grondstoffen: in Myanmar is uranium, kobalt en jade, zaken waarin de Chinezen geïnteresseerd zijn. De modale Myanmarees ziet niks van de opbrengsten. En hij rijdt met een Toyota. In de haven liggen nogal wat Chinese boten.

Over de rivier ligt Dalah, de wijk van de vissers, pottenbakkers en andere ambachtslui, maar ook van de migranten, Indiërs en Bengali. Ze wonen er aan modderige rivierarmen in bamboe paalwoningen, de meeste in zeer slechte staat. Maar het is een levendige wijk, met kleurrijke marktjes waar de bewoners hun groenten en vis aan de man brengen. We laten ons rondrijden met fietstaxi’s, het ideale vervoermiddel om de nauwe weggetjes te verkennen. Mijn ‘chauffeur’ vertelt me hoe verschillende godsdiensten hier samenleven: boeddhisten, hindoes, moslims en christenen. En over zijn familie van vier broers en vier zussen. Hoe fier hij is dat hij drie zonen heeft, terwijl zijn jongere broer het moet stellen met vier meisjes. Maar hij wijst mij op de voorband van zijn fiets die letterlijk tot op de draad versleten is. Ik geef hem een extraatje op het einde van de rit om te investeren in nieuw materiaal. Een kleine moeite voor ons, een wereld van verschil voor hem. Fietsdrivers zitten immers aan de onderkant van het transportgilde.

In de wijk zijn een paar recyclage-ateliertjes werkzaam. Uit hetafval, en die is hier opvallend aanwezig, wordt al het bruikbare materiaal gehaald en gerecycleerd tot handtassen, speelgoed, meubelen, portefeuilles enz ... De projecten krijgen de steun van de EU.

‘s Avonds houden we het laatste gemeenschappelijk avondmaal, want morgen verlaten de eerste medereizigers al de groep rond de middag.

Wij doen ‘s anderendaags wat boodschappen en brengen een bezoek aan een school in een buitenwijk. Het is een internaat dat werkt onder de vleugels van een klooster. De kinderen komen uit gezinnen van stalletjeshoudsters, marktkraamsters en andere kleine lui, die weinig of geen tijd en middelen hebben om zich met de opvoeding van hun kroost bezig te houden. We hebben wat schriften gekocht, anderen potloden, pennen en rekenlatten, want er is gebrek aan schoolmateriaal. Er is ook tekort aan lesgevers, hier werken vrijwilligers om het personeel te assisteren.

We hebben nog een paar uurtjes en laten ons naar het Strand Hotel voeren. Het is een oud hotel in koloniale stijl, waar vroeger de Britse elite kwam logeren. Nu is het de pleisterplaats van de Beau monde die Yangon bezoekt. Het ademt nog de vroegere tradities. Het personeel is stijlvol in het zwart gekleed, er is een aparte lounge voor de high thee en in de bar worden de beste whisky’s geschonken. De prijzen zijn navenant.

Dan wordt het tijd om naar de luchthaven te rijden, onze reis door Myanmar zit er op. We zullen onze herinneringen aan het land koesteren. Je kan enkel respect opbrengen voor de gelijkmoedigheid van de mensen die, niettegenstaande het corrupte en autoritaire regime met zijn geweld en uitbuiting, toch met een glimlach door het leven gaan. Meer dan ooit zijn we er van overtuigd dat je met een bezoek aan dit land de bevolking een hart onder de riem kan steken en meehelpt om hun leven beter te maken. Wat de toekomst zal brengen is onzeker. Met dit regime valt het land onvermijdelijk in de klauwen van China, dat nu al de aast op de grondstoffen. Zullen de verkiezingen van 2020 verandering brengen? Wat is de positie van Aung San Suu Kyi nu ten opzichte van het regime? Ze wordt meer en meer gezien als medeplichtige van de militairen,dan als slachtoffer. Arrestatie van journalisten en etnische zuiveringen blijven doorgaan, Suu Kyi zwijgt, maar ook de westerse wereld. Zal zij meedoen aan de verkiezingen? Of moet de oppositie komen van andere machten in Myanmar, zoals de 88 Generatie, die niet in dergelijke mate gecompromitteerd is geraakt. Deze beweging van voormalige politieke gevangenen die onlangs een politieke partij gevormd hebben wil wel meedoen aan de algemene verkiezingen van 2020. En hoe zal het westen dan reageren als die groep de verkiezingen wint en de militairen weer eens de verkiezingen ongeldig zullen verklaren? Ook de rol van China voorspelt weinig goeds, mensenrechten zijn van geen tel als er economische voordelen te rapen zijn.

Zoveel vragen, zoveel twijfels, de toekomst oogt onzeker.

Wij verlaten het land, de laatste pagode is bezocht, we hebben afscheid genomen van onze supergids Mioe. Ons paspoort is afgestempeld en de bagage ingecheckt. Het heimwee kan beginnen knagen.

Gwatbhine Myanmar, tot ziens Myanmar, het ga je goed.

Bagan

Om 4u30 zijn we terug uit de veren voor de zonsopgang over de oude pagodes van Bagan. De site is de belangrijkste trekpleister van het land: hier staan meer dan 4000 pagodes, sommige intact, andere in ruïne. De oude stad werd verlaten na de inval van de Mongolen in 1287. Daarvoor werd twee eeuwen lang gebouwd. De mooiste pagodes zijn die in baksteen. Spijtig genoeg is men na de aardbeving van 1975 begonnen met de restauratie van de monumenten. De bakstenen die men hiervoor gebruikt, wijken in afmetingen en kleur af van de originele en het metselwerk is slordig gedaan waardoor de Unesco weigert nog langer mee te werken aan het project en er mee dreigt de site te schrappen van de werelderfgoedlijst. In 1990 werd de bevolking van de site gedwongen te verhuizen naar een nieuwe stad. De contacten tussen toeristen en bewoners waren te nauw volgens de militaire overheid.

Mioe heeft voor ons een pagode ‘ingericht’ om optimaal van de sfeer te genieten. Binnenin voor de Boeddha en buiten op de muren staan tientallen kaarsjes die voor een feeërieke sfeer zorgen. We beklimmen de pagode en recht tegenover kunnen we een verlichte gouden koepel bewonderen. De rest van de site is aardedonker. Het is wachten op de zon. Rond 6u00 rijst een oranje gloed op aan de horizon en de omringende pagodes worden stilaan zichtbaar in een gouden licht. Het is adembenemend mooi. En dan verschijnen er tientallen luchtballons aan de einder, het schouwspel is compleet.

We ontbijten in de pagode, aan de voeten van de Boeddha. Dit is hier geen probleem, de mensen brengen hun dagelijks leven door in hun heiligdommen, ze bidden, slapen, babbelen en eten er. We bezoeken daarna een paar tempels, we hebben hiervoor een truck die het terrein goed aankan. Er zij relatief weinig bezoekers, het toerisme is nog niet op gang gekomen na de problemen rond de Rohinjah’s en we kunnen alles rustig bekijken.

Na de middag gaan we op verkenning met een e-scooter. Het is aangenaam rijden en de beste manier om de site te ontdekken. De pagodes zijn bewegwijzerd en voor de rest rijden we op ons gevoel. De grootste stoepa’s zie je van ver staan en daar kunnen we ons op oriënteren. Magda rijdt lek en na contact met de verhuurder komt er depannage. Maar de communicatie is blijkbaar slecht verlopen, er komt iemand met een nieuwe batterij. Pas daarna komt de bandenreparateur. Met eenvoudige middelen wordt het euvel aangepakt, maar omdat er twee grote lekken zijn en de band versleten is, komt er uiteindelijk een oplossing in de vorm van een andere scooter. Na een uurtje kunnen we verder, geen probleem, het is tenslotte vakantie. Tot zonsondergang flaneren we over de zandpaden tussen de monumenten.

De volgende dag rijden we met onze truck, op een menselijker uur, naar Mount Popa, een van de heiligste plekken van Myanmar. De berg is een alleenstaande reuzenrots met daarop een tempelcomplex. Van ver zie je de gouden stoepa’s afsteken tegen de blauwe lucht. De rit is vrij lastig, het laatste stuk gaat over een stijl klimmende weg en de zitbanken van de truck zijn hard. Langs de weg zitten bedelende oudjes die vruchteloos proberen de truck te doen stoppen. Onze chauffeur kauwt betelwortel, zoals zoveel mannen hier. Regelmatig spuwt hij een rode straal in het zand. Zijn bruinrode tanden verraden zijn verslaving. Ook vrouwen zie je kauwen, maar de oudere prefereren de cherrot, een soort sigaar gevuld met bladeren van inlandse bomen en planten, behalve tabak.

De rotstempel bereik je via een eindeloze trap met 770 treden. Overal stoeien apen, ze stelen alles wat niet vastzit of niet te zwaar is. Veiligheidshalve gaan brillen, waterflessen en voeding de rugzak in. De hele klim worden wij door de verkoopsters aangemaand om toch maar een souvenir te kopen tegen ‘the best price my friend’. En de trappenpoetsers vragen een ‘donation for cleaning the steps’. Als volleerde pagodebezoekers blijven we stoïcijns doof voor hun verzoek.

Bij de terugkeer stoppen we voor een drankje in wat het chicste resort van Myanmar schijnt te zijn. Het lijkt wel een rusthuis, overal zitten bejaarde Amerikanen op bankjes te staren en te wachten op hun lunch. Maar het uitzicht op de pagodes van Mount Popa is onovertroffen.

Terug in Bagan nemen we de boot voor een zicht op de pagodes vanaf de rivier. De aanlegsteiger lijkt een sport, overal ligt plasticafval. Een niet zo net laatste beeld van het overigens prachtige Bagan.

‘s Avonds laten we ons verwennen met een stevige massage, voor nog geen 7 euro en daarna gaan we eten in de Seven Sisters, waar we eergisteren al waren. Zoals al gezegd zijn de restaurants in Myanmar doorgaans van goede kwaliteit, een mengeling van inlandse gerechten met Thaise en Chinese. Je kan er kip, varken, eend of schaap eten, met een gevarieerd aanbod van groenten: bloemkool, peultjes, mustard (een soort kool), knoflook, enz. Onze voorkeur gaat uit naar watercrest, waterspinazie, klaargemaakt met veel look. De wijn is niet zo lekker, maar het bier is uitstekend, vooral de Myanmar pils en de Mandalay red, een iets sterker maar minder bitter bier.

Morgen hebben we een vlucht naar Yangon om 10u00. Dit wordt onze allerlaatste rit. Het einde-reisgevoel begint te knagen.

Als extraatje nog een paar foto’s: https://photos.app.goo.gl/dmkxVW4hjBftBSSm6

Naar Bagan

Een goede nachtrust is goud waard en we zijn er weer klaar voor. Vandaag ‘maar’ twee pagodes op het programma, op het traject naar onze volgende etappeplaats Monywa. De stad ligt op de weg naar Bagan, het ultieme doel van onze reis door Myanmar.

De eerste pagode, de Kyaung Hmuda Paya is een schitterende gouden koepel in de vorm van een vrouwenborst. Volgens een legende kon de doodzieke vrouw van een koning niet meer spreken. Ze liet verstaan dat zij Boeddha nog wou eren met de bouw van een pagode. Toen de koning vroeg hoe die er moest uit zien, wees ze op haar rechterborst. En zo geschiedde. Ook hier wordt flink gebeden en geofferd. Zelfs de marktkraamsters in de gangen rondom de gebedsruimte mediteren of reciteren uit een of ander gebedenboek.

In de omgeving van Monywa bezoeken we de Thanboddhay Paya. Voor het pagodeterrein staan twee witte reuzenolifanten. Het eerste gebouw op onze weg is een ziekenhuis in koloniale stijl, geschonken door een Britse koloniale familie. De milde schenkers staan afgebeeld op de gevel. Maar de tempel zelf breekt alle records. Overal, binnen en buiten, staan grote en kleine Boeddha’s gebeeldhouwd. Naar verluid zouden het er meer dan 5 miljoen zijn. Het dak bestaat uit honderden gouden stoepa’s schitterend in de zon. En dat is onze laatste pagode voor vandaag.

Om tijd uit te sparen kopen we ‘s middags allerlei gerechtjes aan voedselkraampjes, best lekker en blijkbaar geschikt voor consumptie, want niemand wordt ziek.

Even verder ligt Bodhi Tataung, een heuvel met reuzenboeddha’s, een rechtopstaande (130 meter!), een zittende en een liggende, en er wordt nog een nieuwe reus afgewerkt. Dit is er echt over. Aan de voet van de heuvel ligt een tuin met honderden identieke Boeddha’s, zittend onder een parasol. Ieder beeld heeft ook een boom gekregen. We vragen ons af wie dergelijke creaties verzint.

We hebben nog tijd zat en springen binnen in een lakatelier. Hier worden meubelen, koppen, borden, vazen, ... geproduceerd die alle bekleed worden met een harde laklaag. In de zwarte laklaag worden figuren gekrast die dan in andere kleuren worden ingevuld. Mooi, maar peperduur. De prijzen zijn hier in dollar aangegeven en niet in Kyat. Een interessant bezoek, maar niemand koopt iets.

Na een uitgebreide bierstop, komen we in Bagan, net op tijd om op het dak van een pagode de zonsondergang te bewonderen. Er zijn nog maar een paar monumenten die kunnen beklommen worden op de tempelsite, en het is heel druk op onze uitkijkpost. Iedereen kijkt ademloos toe hoe de zon achter de pagodes aan de horizon verdwijnt.

Nog wat foto’s op volgende link:https://photos.app.goo.gl/rvZhQiFBs9k1g5g4A

Foto’s 2

Nog wat foto’s (collectie GSM Magda). Klik op de link,of kopieer in je browser.

https://photos.app.goo.gl/tT8VUfHYSZqJrRer9

Pagodemoeheid in Mandelay

7u30. Terug aan de slag. De pagodevermoeidheid en het strakke programma beginnen hun tol te eisen. We komen moeizaam op gang en de eerste pagode, de Kyauktawgyi Paya vergt toch wat doorzettingsvermogen. Gelukkig is er de altijd minzaam glimlachende Boeddha in lotuszit, een uitnodigende figuur van een ander kaliber dan die strenge bestraffende goden van de monotheïsten. Boeddha legt geen regels op of straft niet, hij wijst alleen de weg en laat de keuze over aan de mens die de gevolgen van zijn keuze moet dragen. De Boeddha hier weegt 900 ton en is uit één blok marmer gehouwen. 

Ter afwisseling krijgen we nu het voormalige koninklijk paleis uit 1850 voorgeschoteld. Het deed dienst tot de Britse invasie. Het is groot maar slecht gerestaureerd. Zo zijn de oorspronkelijke houten dakbedekkingen vervangen door dofrood geschilderde golfplaten. Op het paleisterrein staan zowat 40 houten gebouwen: ontvangsthallen, regeringsgebouwen, privé-vertrekken. Binnenin krijg je een idee van de grandeur en de spilzucht van de vroegere koningen. Zo zijn er bijvoorbeeld ruimtes voor de 110 echtgenotes. Toen de Britten de laatste koning uitwezen naar India, werd het paleis een fort en nu is het een museum met de outfit en parafernalia van de vroegere gezagsdragers. Er zijn ook oude zwart-wit foto’s over het paleisleven uit de 19de eeuw. 

Tussendoor bezoeken we een atelier waar goudblaadjes gemaakt worden. Een goudplaat wordt platgeslagen en versneden. De plaatjes worden op elkaar gelegd en weer beklopt, enz.. tot de plaatjes dunne blaadjes goudpapier geworden zijn. Die blaadjes worden je in de tempels en pagodes aangeboden om de Boeddha te bekleden. Een ‘goudslager’ houdt zijn werk maar 5 uur per dag vol.

We doen nog één pagode, de Mahamui Paya. Hier staat een kolossale Boeddha waarop de mannelijke gelovigen - vrouwen mogen het beeld niet benaderen - blaadjes goud kleven. Ondertussen ligt er al een laag van 20 centimeter zuiver goud.

En nu gaat mijn pagodenkaars uit. Gelukkig slaan we een bezoek aan een nonnenklooster over en gaan we genieten van een boottochtje op het Taungtamanmeer en de zonsondergang aan de U Bein brug. Deze brug zou de langste houten brug ter wereld zijn met zijn lengte van 420 meter. Het krioelt van de bootjes op het meer, vol toeristen die hetzelfde idee hebben als wij. De zonsondergang is een van de mooiste die we ooit gezien hebben, een stevige opkikker na een zware pagode tweedaagse. Morgen doen we het rustiger aan.

Een eerste dag Mandalay en omgeving

Mandalay is de tweede stad van het land en was tot de komst van de Britten in 1886 de hoofdstad. Slechts kortstondig, want pas in 1861 was de stad de zetel van koning Mindon geworden. De koningen hadden toen de gewoonte een nieuwe hoofdstad te kiezen, als de oude te klein werd. Tussen 1315 en 1886 waren er acht hoofdsteden, alle in de regio Mandalay. Wegens de nabijheid van de grens zijn veel Chinezen zich hier komen vestigen en er is ook een belangrijke Indische wijk.

Mandalay heeft veel van zijn glans verloren: tijdens de Tweede Wereldoorlog is een groot deel van de stad verwoest en daarna heropgebouwd in schaakbordpatroon. De straten zijn genummerd, zoals in de grote Amerikaanse steden. De stad blijft toch de culturele en godsdienstige hoofdstad van het land, er zijn meer dan 700 pagoden en er verblijven 20 000 monniken.

Voor onze eerste dag in de stad en de omgeving, huurde Mioe een passagierstruck in, waar we net allemaal in kunnen. Niet het comfort van een bus maar hij past wel beter in het straatbeeld, je kan overal door en je hebt beter contact met de plaatselijke bevolking: iedereen vindt het raar dat blanke toeristen zich laten vervoeren in een truck en er wordt gelachen en gezwaaid.

Eerste stop is Mandalay Hill voor een zicht over de stad en een bezoek aan de Sutaungpy pagode. Ze is volledig bekleed met spiegeltjes. Voor ons kitsch, maar voor de Boeddhisten is de spiegel het instrument voor reflectie over het eigen gedrag en past hij zo in hun levensfilosofie. In iedere pagode of tempel moeten de schoenen uit, dit heeft niets met netheid te maken maar met besef van de eigen nietigheid: zonder schoeisel worden we geboren, zonder schoeisel maken we de stap naar het volgende leven.

Rond de gouden stoepa van de Kuthadow pagode staat het grootste boek ter wereld: 729 opstaande stenen tabletten staan elk in een witte stoepa.ze vormen samen de volledige inhoud van de Tripitaka, de verzamelde Boeddhistische leer. Een pagode is altijd omgeven met marktkraampjes, waar niet alleen offergaven zoals wierook of bloemen worden verkocht, maar ook textiel, voeding en souvenirs. Je kan er ook thanaka laten aanbrengen. Dit is de typische huidcrème die de Myanmarezen uitsmeren op het aangezicht als bescherming tegen de zon. Het bestaat uit fijngewreven boomschors vermengd met water en het heeft een okergele kleur. Sommige dames brengen in de thanaka figuren aan om nog mooier te lijken dan ze al zijn. Myanmarese jonge vrouwen zijn doorgaans mooi, slank en bevallig gekleed. En als je ze aanspreekt, komt er altijd een vriendelijke glimlach op hun gelaat.

Maar terug naar het toeristische werk, op naar het Shwenandaw Kyaung klooster. Het is volledig in teakhout opgetrokken en beroemd voor de mooie beeldjes in de muurpanelen. Oorspronkelijk was het koninklijk paleis, en het is verschillende keren verhuisd telkens de hoofdstad van plaats veranderde. De laatste koning heeft het weer eens afgebroken, verhuisd naar zijn huidige plek en aan de monniken gegeven.

Na nog een een pagode die pronkt met de resten van een nekwervel van de Boeddha, is het tijd voor lichtere kost. We rijden naar de rivier en nemen de boot naar Mingun. Hier begon in 1790 de constructie van wat de grootste stoepa ter wereld moest worden. De koning zette 20 000 slaven in om een bouwwerk van 150 m hoog te maken. Na 50 m was de schatkist leeg en werd de bouw stopgezet. Wat rest is waarschijnlijk de grootste stapel bakstenen ter wereld. Door aardbevingen werd het monument fel beschadigd, maar het blijft een indrukwekkende ruïne. Mingun heeft nog een ander record: het bezit de grootste intacte klok ter wereld. En verder staat er nog een andere pagode, de Hsinbyume, een helderwit bouwwerk, met golvende muren tussen de terrassen en mooie beelden van nats, de boeddhistische engelen. Het is een juweel dat ligt te pronken in de zon.

Als we terug aanleggen in Mandalay is het reeds donker. Het was een drukke maar mooie dag. Vanavond eten we Chinees, gelakte eend. Het aanbod van restaurants in Myanmar is uitstekend. In iedere stad vind je de Birmaanse, Thaise en Chinese keuken. En onzehotelbar brouwt cocktails, weliswaar van dubieuze kwaliteit en schenkt superkleine whisky’s. Maar het gezelschap is top.

Morgen om 7u30 zijn we terug paraat voor een extra dag pagodes.



The way to Mandalay. Boeddhistische filosofie en harde verhalen.

Vandaag volgt een van de langste ritten van onze reis. We rijden naar Mandalay, eerst over een bergweg vol haarspeldbochten, maar met prachtige uitzichten, daarna over wat hier een autoweg heet. In feite is het een iets bredere rechtlopende weg die door alle stadjes en dorpen van het traject loopt.

Er is veel tijd voor een babbel. Ik zit naast Mioe, onze gids. Ze is een Shan. De Shan vormen een belangrijke bevolkingsgroep, ongeveer 20 % van Myanmar, en ze spreken hun eigen taal. Het lager onderwijs is in het Shan, het middelbaar in het Birmees, de officiële taal van het land. Maar aangezien de meeste jongeren niet verder komen dan lager onderwijs, blijft Birmees een vreemde taal. Ons gesprek gaat over de Boeddhistische basis van het leven in Myanmar. Bewust of onbewust wordt alles gestuurd door die filosofie. Mensen zijn opvallend vriendelijk en er is weinig of geen criminaliteit, want Boeddha vraagt respect voor je eigen persoon en de anderen. Alles wat op de mensen hier afkomt, wordt aanvaard, het is het gevolg van het karma, de daden gedaan in het huidige leven of in de voorgaande levens. Het lot bestaat niet, alles ligt vast door ons verleden. Als de bevolking de last moet dragen van het wanbeheer en de misdaden van de militairen, draagt ze die last, want ze heeft dit ‘verdient’. Ook het feit dat ze hier geboren zijn is verdiend. Dat wij in het rijke westen leven in comfortabeler omstandigheden is te wijten aan onze daden in vorige levens, we hoeven ons hiervoor niet te schamen, maar mogen genieten van dit leven.

Als logisch gevolg hiervan bidden de Boeddhisten niet om gunsten af te smeken of om onheil af te weren, alles ligt immers vast door het karma. Ze vereren de Boeddha in de pagodes en de tempels omwille van zijn wijsheid als leraar. Vandaar ook hun respect voor monniken en leraars in het algemeen: zij wijzen de weg. Daarom geven de Boeddhisten liever hun geld aan de monniken dan aan de overheid, ze weten dat het goed besteed is.

Bij het bloedbad van 8 augustus 1988, de dag van de vier achten, werden de broer en de zus van Mioe neergeschoten door de militairen. Zij waren mee opgetrokken samen met duizenden andere studenten, monniken, scholieren en arbeiders om te betogen tegen het militaire regime, omdat er net voordien enkele studenten waren vermoord. Het leger opende het vuur op de weerloze massa en er vielen duizenden doden in Yangon en in andere steden. Ook deze misdaden tegen haar familie ondergaat Mioe lijdzaam en ze kan er sereen over praten. Zij vertelt ons ook hoe de generaals alle rijkdom uit het land zuigen, zaakjes doen met de Chinezen voor grof geld en hun rijkdom overbrengen naar het buitenland, terwijl de bevolking haar

plan moet trekken. En hoe regelmatig dorpen en steden door gewelddadige razzia’s van het leger beroofd worden van het weinige wat ze bezitten. Dit moet de buitenwereld weten en ook daarom is het toerisme zo belangrijk.

De dorpen en steden waar we doorrijden lijken ons armer dan in het zuiden, er staan meer oude bamboe huizen en er rijden meer ossenwagens. Maar we zien ook weer de optochten met de geldbomen. Als we stoppen worden we meegesleurd in de vrolijke zingende en dansende bendes. Het lawaai is oorverdovend: trommels, voetzoekers en schreeuwende luidsprekers jutten de deelnemers nog meer op.

Eindelijk komen we aan in Mandalay, de culturele hoofdstad van Myanmar en voormalige hoofdstad van het Birmaanse rijk, de stad uit het mooie gedicht van Rudyard Kipling ‘Road to Mandalay’.

For the wind is in the palmtrees,

And the templebells they say

you back, you British soldier

Come you back to Mandalay

We hebben twee dagen om de stad en de omgeving te verkennen. Ons wacht een zware maar aangename opdracht.

Foto’s ?

Foto’s doorsturen blijft problematisch. Maar we doen nog een poging op deze manier. Klik op deze link of kopieer in je browser:

https://photos.app.goo.gl/HmgT3oQ7xzyjcvbw6

(Uit de collectie van Magda (gsm)).

Deze dagen zijn druk, er is zoveel te beleven in Mandalay, de stad waar we nu verblijven. Hopelijk vanavond of morgen meer tijd om te schrijven ...